site logo

Ilse Oosterlaken

All-rounder in de academische wereld

Onderzoekswebsites | Wetenschapscommunicatie | Academische Ondersteuning

Onderzoekswebsites
Wetenschapscommunicatie
Academische Ondersteuning

Ansichtkaarten voor het goede doel: vooral goed voor bedrijfswinst

Minor journalistiek, Onderzoeksjournalistiek

Wie aan de deur een setje ansichtkaarten koopt voor het goede doel, beseft meestal niet dat het geld vooral in de zakken van de ondernemer en verkoper verdwijnt. De kaartverkopende bedrijven opereren in een grijs gebied. Voor zover ze al niet illegaal bezig zijn, is hun werkwijze toch minstens ethisch twijfelachtig.

“Goedenavond, ik verkoop ansichtkaart voor stichting Tante Lenie”, zegt een jonge knul aan uw voordeur. “Deze stichting biedt gezinnen met een ernstig ziek kind een gratis verwenvakantie aan, om even bij te komen van alle problemen”, legt hij uit als u vragend naar hem kijkt. Nooit van gehoord, maar met de kerstdagen in aantocht wilt u niet hardvochtig ‘nee’ zeggen. U koopt voor ruim €5 een pakje kaarten. Het zijn niet de mooiste kaarten die u ooit gezien heeft, maar ach, het is ten slotte voor het goede doel!


Dit is een artikel dat ik tijdens mijn minor journalistiek (2006) geschreven heb voor het vak Onderzoeksjournalistiek.


Komt dit scenario u bekend voor? Niet zo gek, want de verkoop van ansichtkaarten voor het goede doel is een lucratieve business, waarin honderden verkopers namens verschillende bedrijven stad en land aflopen. Ook u zult ze wel eens aan de deur hebben gehad. De verkoper had dan ook kunnen zeggen dat de opbrengst voor Pallieter is, of voor Altijd is Kortjakje Ziek, Amices, de Luchtballon, SOS Kinderdorpen, Steun Emma Kinderziekenhuis…

Wat al deze organisaties gemeen hebben, is dat ze ‘iets’ voor kinderen doen: zieke kinderen, weeskinderen, of kinderen die zich in een achterstandspositie bevinden. Een slimme keuze van de kaartverkopende bedrijven, want zielige kinderen hebben een hoge aaibaarheidsfactor en niemand kan er tegen zijn dat ze geholpen worden.

Uw aankoop leidt echter niet tot méér steun aan deze kinderen. De goede doelen hebben namelijk al lang een vast bedrag gekregen van het bedrijf, onafhankelijk van hoeveel pakjes kaarten er verkocht worden. Zo krijgt Tante Lenie per maand €1500 van het bedrijf Future Succes en Amices krijgt maandelijks €1000 van Charity Cards. Een pakketje kaarten van dat laatste bedrijf kost €5,95. Na 168 verkochte pakjes per maand – en 20 per dag haalt een verkoper vaak wel – kan Charity Cards dus het afgesproken bedrag aan Amices betalen. Alles wat meer verkocht wordt, levert – na aftrek van de kosten – alleen maar winst op voor het bedrijf.

Heel wat geld

Maar om hoeveel winst het gaat, is moeilijk boven tafel te krijgen. In het geval van Charity Cards en Future Succes gaat het bijvoorbeeld om eenmanszaken, die niet verplicht zijn om hun jaarcijfers te deponeren bij de Kamer van Koophandel. Ook de grotere spelers, zoals Bumblebeecards en MarMedia, houden hun financiële gegevens zo veel mogelijk geheim. Elsevier wist eerder dit jaar wel te achterhalen dat de omzet van Bumblebee 1.2 miljoen euro is, waarvan de aan dit bedrijf verbonden goede doelen maar ongeveer 120.000 euro krijgen. “Er gaat heel wat geld in om”, is ook de overtuiging van Map van der Wilden, persvoorlichter bij het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF).

Iedere maand krijgt deze organisatie wel een aantal klachten binnen over het venten van ansichtkaarten voor het goede doel. Bij de klachten komen volgens het CBF een aantal bedrijfsnamen regelmatig terug, bijvoorbeeld Bumblebee. Ook over Future Succes heeft het CBF al verschillende klachten ontvangen. Veelal voelen de klagers zich bedrogen. “De koper gaat er van uit dat het aankoopbedrag (bijna) volledig ten goede komt aan een verantwoord goed doel”, constateert het CBF.

En dat mogen mensen ook verwachten, zo oordeelde rechter Tonko Vos van de Leeuwardense rechtbank in 2000 in een kortgeding over de toenmalige kaartverkoopactiviteiten van Tony Scheer, tegenwoordig directeur van Bumbelbee. “Het goede doel wordt gebruikt als verkoopargument”, constateerde de rechter.

Slimme verkopers

“Wij hebben wél de afspraak gemaakt dat de verkopers open en eerlijk vertellen waar de opbrengst van de kaarten naartoe gaat”, zegt Tante Lenie op haar website. Johan Smulders van Amices zegt dat zijn organisatie zelfs een verkoopscript met Charity Cards heeft afgesproken.

Het is een verweer dat Van der Wilden vaker gehoord heeft. “Maar de praktijk leert anders”, stelt ze. Hoe meer er verkocht wordt, hoe meer er verdiend wordt. De waarheid vertellen is daarom noch in het belang van het ventbedrijf, noch in het belang van de verkoper. De laatste mag gewoonlijk ongeveer €1,50 per verkocht setje zelf houden.

Dat dit slimme verkopers soms aanzet tot ronduit liegen, ervoer onlangs een 30-jarige inwoonster van Best. Ze vroeg de verkoper van Charity Cards welk gedeelte van de omzet naar Amices zou gaan. “Alles” was het antwoord van de jongen. Zelf zou hij er niets aan verdienen, het zou om een actie van zijn school gaan. Smulders zegt dit te “betreuren”, maar ziet het als een incident. “Wij hebben nauwelijks negatieve reacties gekregen.”

Agressief

Niet alle goede doelen zijn echter tevreden over de ventbedrijven. Een aantal heeft er voor gekozen om de banden met het bedrijf weer door te snijden, het inkomensverlies op de koop toe nemend.

Zo ook Pallieter, een stichting die in 2005 korte tijd met Future Succes samenwerkte. Volgens Rein Landers van Pallieter bleek dat de verkopers niet goed opgeleid of getraind waren en dat Future Succes ook wel eens zonder ventvergunning werkte. Maar het belangrijkste probleem was volgens Landers dat de verkoopstijl “regelmatig agressief” was. “Als u de kaarten niet koopt, gaan die kinderen dood”, zo werd bijvoorbeeld gezegd. “Dat vonden wij niet acceptabel.” Nadat de samenwerking met Future Succes opgezegd was, heeft Pallieter er ruim twee jaar last van gehad dat er nog steeds kaarten in haar naam verkocht werden.

Wat betreft de legaliteit van de kaartverkoop, blijkt de situatie complex. Gemeenten kunnen zelf bepalen óf een vergunning nodig is om met koopwaar langs de deuren te gaan en onder welke voorwaarden deze wordt verstrekt. Dit wordt per gemeente vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Maar in de meeste plaatsen is er een (commerciële) ventvergunning voor nodig, of een (ideële) collectevergunning indien de kaarten ‘voor een goed doel’ verkocht worden. In dat laatste geval, legt mevrouw Dalstra van de gemeente Lemsterland uit, wordt gecontroleerd of het een betrouwbaar goed doel is, bijvoorbeeld met een keurmerk, erkend, en of er geen klachten bekend zijn.

Vrijheid van meningsuiting

Navraag bij een aantal gemeenten leert echter dat de ansichtkaartbedrijven deze controle ontduiken door óf gewoon zonder vergunning te venten (Future Succes en Charity Cards in Best), óf een commerciële ventvergunning aan te vragen (Future Succes in Lemsterland en Stede Broec). Daarmee lopen de bedrijven geen groot risico. “Met aangifte doen kun je niet zo veel”, weet Van der Wilden van het CBF, “want de kaartverkoper moet op heterdaad betrapt worden.” Het heeft volgens haar ook niet zo veel prioriteit voor het openbaar ministerie.

Een andere strategie, waar Bumblebee en MarMedia gebruik van maken, is om te wijzen op de vrijheid van meningsuiting. MarMedia claimt dat haar verkopershuis aan huis de mening van de stichting naar voren brengen” en denkt daarom geen vergunning nodig te hebben. “Dat klopt niet als ze geld vragen voor drukwerkproducten”, is de stellige overtuiging van Ted de Natris, vergunningverlener bij de gemeente Best. Daarmee doelt hij op het fenomeen “handelsreclame”, waarop de vrijheid van meningsuiting volgens de grondwet níet van toepassing is.

Van het geld dat Tante Lenie van Future Succes kreeg, heeft de stichting onder andere voor twaalf gezinnen een vakantie kunnen organiseren in Jachtslot de Mookerheide. “Onze zorgvakanties kosten veel geld, geld wat vaak niet door de ouders of verzorgers betaald kan worden”, zo verdedigt Amices zich. Het zijn ongetwijfeld mooie dingen, die deze organisaties met behulp van het geld van de ventbedrijven doen voor zieke kinderen. De vraag is echter: heiligt het doel de middelen? En zijn de goede doelen net zo naïef als de kopers van de kaarten, of werken ze willens en wetens mee aan misleiding?