Het hoekje om
Ingebouwd in de met schrootjeshout beklede keukenkastenwand, gemaakt door mijn vader, zat een groot, rechthoekig aquarium. Op een dag was er een vis dood. Een kleine, oranje vis. Hij dreef op zijn zijkant bovenaan de waterspiegel. Gefascineerd keek ik er naar. Dood, zomaar. Hoe oud ik was, weet ik niet meer. Basisschoolleeftijd in ieder geval, en de leeftijd waarop je je bewust wordt van het bestaan van uitdrukkingen en gezegden. Hoe dan ook: de aquariumpomp zorgde voor een klein beetje stroming, waardoor de dode vis langzaam van rechts naar links achter de glaswand langs schoof, even in de hoek bleef hangen en toen en langs de korte kant van het aquarium verder dreef. Ineens bedacht ik me dat ik nu kon zeggen: “deze vis is net het hoekje omgegaan.” En dat zou dan op twee manieren tegelijk waar zijn: een letterlijke en een figuurlijke. Een machtig mooie vondst, zo dacht ik zelf. Ik vertelde het die dag en de volgende dag aan verschillende mensen. Niemand leek te snappen wat daar nou interessant aan was.
Geschreven voor de cursus Ontwikkel je Eigen Stijl van de Schrijversacademie. Opdracht was een kort stukje te schrijven over een ‘taalmoment’ uit je jeugd, een moment waarop je je bewust werd van taal.